Regelmatig krijg ik de vraag hoe wij er achter zijn gekomen dat onze kinderen hoogbegaafd zijn. Hoogbegaafde kinderen zijn vaak een kei in aanpassen wat maakt dat ze niet opvallen tussen hun leeftijdsgenoten. In dit blog vertel ik niet alleen hoe onze zoektocht eruit heeft gezien maar kom je ook wat kenmerken en signalen tegen die kunnen duiden op hoogbegaafdheid!
Als baby altijd al net een beetje anders..
Een kleine 13 jaar geleden was ik de eerste binnen onze vriendenkring die in verwachting was. Op 27 januari 2010 maakte Isabel ons trotse ouders. Al snel waren we naast trotse ouders ook onzekere en angstige ouders. Isabel leek best prima te drinken maar bleef toch afvallen. Na 9 dagen werd ze daarom opgenomen in het ziekenhuis. Twee dagen later had ze een maagsonde en besloot ze helemaal maar te stoppen met drinken. Een kleine 6 maanden lang hebben we haar sondevoeding gegeven en hebben de artsen haar helemaal binnenstebuiten gekeerd om te achterhalen waarom het drinken niet ging. Hartafwijkingen, stofwisselingsziekten, genetische afwijkingen, alles is voorbij gekomen. Na een vijf minuten durende second opinion in een academisch ziekenhuis stonden we weer buiten. Met kind en diagnose deze keer.. Een moduskind. Dat klinkt dramatischer dan het is, volgens de arts voelde Isabel zich prima in deze modus van geen melk drinken en dat zou vast binnenkort wel over gaan. Vol ongeloof maar ook vol hoop kon ze eindelijk mee naar huis. En de arts had het bij het juiste eind, nog geen drie weken later trok ze de sonde uit en ging ze pap eten van een lepel. Ze ontwikkelde zich voorspoedig, in veel dingen net wat sneller dan andere leeftijdsgenoten maar in sommige dingen verhoudingsgewijs juist ook weer veel minder snel (denk aan lopen en fietsen). We hadden vier pittige jaren met veel ziekte en verlies binnen de familie en vriendenkring. Dat Isabel zo gevoelig en angstig was en ontzettend veel moeite had met opvang en school vonden we dan ook niet zo gek. Zo jong en al zoveel meegemaakt, niet heel lekker gehecht door die start in het ziekenhuis. We zagen best veel verschil in ontwikkeling en gevoeligheid in vergelijking met haar leeftijdsgenoten maar het leek ons 'normaal' gezien de situatie. Inmiddels weten we, al onze kinderen (het zijn er inmiddels 3) doen het steeds net een beetje anders dan veel van hun leeftijdsgenoten.
Aanpassen, een kameleon is er niks bij!
Toen Isabel in groep 2 zat waren er af en toe dagen waarop we haar niet huilend op school achter hoefden te laten (dat was dan ook wel een vreugdedansje waard).
Haar leerkracht kwam regelmatig naar ons toe om aan ons mee te geven dat Isabel wel erg aanhankelijk en angstig bleef en dat ze zoveel vragen stelde. We moesten thuis onze zijden handschoentjes misschien maar eens uittrekken, dat zou haar vast goed doen. Ook al voelde het niet alsof er hier het juiste verband werd gelegd, we namen het serieus. Halverwege haar derde schooljaar verhuisden we van Arnhem naar Leeuwarden. De nieuwe school leek haar goed te doen! Ze zagen daar ook wel wat faalangst en onzekerheid maar ze lag goed in de groep en leek meer plezier te beleven aan een schooldag. Van de leerkrachten kregen we telkens weer te horen dat Isabel lekker meekwam, goed in de groep lag, veel vriendinnen had en gemiddeld presteerde (wel regelmatig met uitschieters naar onder en boven, en dat automatiseren.... een ramp). Thuis kregen we steeds vaker het tegenovergestelde te horen, ze gaf aan overal slecht in te zijn, niet naar school te willen en vriendinnen wilde ze de meiden waar ze mee optrok niet noemen want die waren niet te vertrouwen. "Mama, waarom beloven ze dingen als ze het steeds niet waarmaken?". Haar rechtvaardigheidsgevoel maar ook haar (sociale) inzicht was erg groot. Vanaf halverwege groep 4 was Isabel bijna non stop ziek. Het klinkt wat overdreven maar ik heb echt aan een hersentumor gedacht. Dagelijks duizelig, misselijk, hoofdpijn, wazig zien. Thuis was ze vaak boos of verdrietig, in haar tekeningen was geen kleur meer te vinden. In groep 5 begon het ons op te vallen dat Isabel thuis een totaal ander kind was dan op school en dat ze wel erg wisselende resultaten had met grote uitschieters. Inmiddels ging ze naar een creatief therapeut om aan de faalangst en weerbaarheid te werken. Deze vroeg ons of Isabel (of één van ons) hoogbegaafd was. Geen seconde hadden we daar aan gedacht eigenlijk. Hooggevoelig, ja dat zeker! Maar hoogbegaafd? We doken onze studieboeken maar weer eens in en in de boekenwinkel hier in Leeuwarden kon je denk ik geen boek over hoogbegaafdheid meer vinden. Wat een herkenning! En wat kon Isabel zich ongelofelijk goed aanpassen!
Er ging een wereld voor ons open..
Hoewel we beiden psychologie gestudeerd hebben en ik ook in het onderwijs niet onbekend was, ging er toch een wereld voor ons open. We ontdekten hoe weinig aandacht er is voor deze groep mensen (gaat toch wel om 2,5% van de bevolking). We herkenden niet alleen onze kinderen in alle boeken en verhalen van andere ouders maar ook voor onszelf vielen er ontzettend veel puzzelstukjes op hun plek. Hoewel er best veel twijfels waren hebben we beide meiden laten testen. We hadden behoefte aan inzicht en houvast. Inderdaad, de creatief therapeut had het bij het juiste eind, en stiekem mijn moedergevoel ook. De kinderen zijn net voor deze ontdekking naar een andere school gegaan, een school die minder op prestatie gericht was dan de school waar ze in eerste instantie naartoe gingen. Al snel ging het bij beide meiden steeds slechter. De faalangst werd groter en de fysieke en mentale klachten steeds erger. We ontdekten dat ze zo ontzettend veel energie kwijtraakten aan het aanpassen, dat ze geen idee hadden hoe ze moesten leren en met een (leer)uitdaging om moesten gaan en (het belangrijkste) dat ze zich eenzaam en niet begrepen voelden. We begonnen ook steeds beter te begrijpen hoe dat kon en we konden gedrag steeds beter plaatsen. Waar we dachten dat we met deze nieuwe kennis en inzichten snel voor verbetering zouden kunnen zorgen, is dat tot op de dag van vandaag een ware uitdaging gebleken.
Hoogbegaafd, en nu?
Hoe vertel je je kind dat het hoogbegaafd is en dat veel van de problemen/uitdagingen daar waarschijnlijk mee te maken hebben? Wat heeft je kind nodig van jou als ouder, van het onderwijs, van de mensen om hem/haar heen? Hoe geef je dat vorm en hoe regel je dat? De nieuwe inzichten brachten, steeds maar weer, veel nieuwe vragen met zich mee. En alhoewel we inmiddels steeds beter weten wat onze kinderen nodig hebben en wat wij daarin dan weer nodig hebben, er komen regelmatig nog nieuwe vragen bij. In mijn andere blogs vertel ik meer over antwoorden die we al gevonden hebben en de uitdagingen die er nog liggen.
Vragen, meer weten of je ervaring delen?
Neem gerust contact met mij op via het contactformulier. Ik weet als geen ander hoe fijn (h)erkenning is en hoe hard we elkaar nodig hebben om deze kinderen te kunnen bieden wat ze nodig hebben!